Geen dolletje

De telefoon trilt tussen mijn borsten. Vieze handen! Met twee vingers vis ik de telefoon uit mijn BH. Ik frummel het onding tussen mijn schouder en hoofd en met de andere hand roer ik in de soep. Door het lawaai van de afzuigkap en het spetteren van het bradende vlees, kan ik nog net horen dat het Corneel is maar ik snap niet waar het over gaat. Ik stap achteruit. Met een hoofdknik en het overhandigen van de houten lepel, dirigeer ik Theo naar het fornuis om het koken over te nemen. “De politie is hier en ze willen me opsluiten”; roept Corneel in mijn oor. Onbekende stemmen op de achtergrond, gerommel, “nee, nee”, gehuil, even stilte en dan; “Brigadier Klaasen, regiopolitie oost, wie heb ik aan de lijn”? Lees verder