Mijn schoenen verdwijnen in het tapijt als ik door de huiskamer naar jouw kantoor loop. De zware lucht van teveel bloemen slaat op mijn gemoed. Ik dacht dat je allang weg was, maar daar lig je weer pap. Bleek als was, maar zo herkenbaar. Veel mooier dan ik me je herinner. Je had er niet zo uit mogen zien na zo’n zware strijd. Jouw lijden, het onrecht, de pijn, jouw eenzaamheid, jouw onafgemaakte werk, dat had ik hier willen zien. Die aanklacht had op jouw gezicht moeten staan. Voor iedereen te zien, eindelijk. Maar niets van dat al. Bloemen, veel teveel bloemen en veel te weinig tranen. Ik deel met mijn geliefde mijn vorderingen en onbetaalde rekeningen aan jou. Aan jouw doodskist. En jij ligt daar maar. Stil en koud op je zoemende koeling. Ook nu geen deel van dat al. Ik denk dat ik wil schreeuwen om je te laten luisteren, maar ik fluister omdat ik bang ben dat je wakker wordt.
Als het waterige beeld van mijn misplaatst zelfmedelijden opdroogt, zie ik veel te laat wie je werkelijk bent. Mijn oudste broer stapte in de veel te grote voetsporen van zijn vader, die raar genoeg ook de mijne was. Jouw idool, jouw redder, jouw oorsprong. Maar jouw laatste glimlach maakt me zacht. Je hebt geworsteld, geleden, genoten en geleefd. Jij hebt jouw taak volbracht.
En terugkijkend weet ik dat het ergste nog moet komen. Vier generaties lang tentoongespreid in de etalage van hetzelfde dorp. Een rouwstoet met dezelfde lengte en hoeveelheid publiek als tijdens de finale van de jaarlijkse wielerkoers. De afgeladen kerk waar ook jouw vader een bestuursfunctie had. Een wake waar oprechte belangstellenden en schaamteloze nieuwsgierigen onwetend naast elkaar zitten. De eindeloze stroom mensen langs jouw baar, die het beeld zien dat zij van jou en je gezin gemaakt hebben. De duizenden handen die eindelijk de tranen opwekken waar de aasgieren op hadden gewacht. De gefluisterde instemming, afkeuring en afgunst. Ze zien jou niet, maar hun eigen spiegelbeeld. Net als ik.
Mijn nagedachtenis aan mijn vader licht op met jouw afscheid. Mijn beeld van hem viel over jou heen en jij was voor mij een dankbaar projectiescherm. Veel te laat schuif ik zijn dia uit de projector en pas nu valt het volle licht op jou. In het eeuwig leven is niets te laat.
Deemoedig zal ik je volgen op je laatste tocht, zitten in die overvolle kerk, honderden handen schudden en het snerpende gefluister ontvangen.
Maandag zal ik jou eren met tranen ter nagedachtenis aan mijn vader.
Wat mooi! Mam, Jan en ik konden onze tranen laten gaan. We waren diep ontroerd.
Mooi hoor Dick. Je krijgt het wel voor je kiezen….
Gaat wat te snel allemaal maar daar hebben we geen inspraak in.
Goed om het zo van je af te schrijven, gaat je nog goed af ook……
Dag mooi mens,
Wat een stilmakend verhaal. Jij en jouw vader, dat wat er was is zo voelbaar.
Mooi…
Greetje
Het is heel mooi! het heeft me ontroerd.
anne