Van oude mensen, de dingen die voorbij gaan.

Dwars door de mensenmassa registreren de haren op mijn benen de keiharde punkrock van de Sekspistols. Ik sta in de Grollstent op Lowlands 2008 en voel me tussen de jonkies net zo achterhaald als Johnny Rotten, de leadzanger. Bijna drie kwartier te laat, zijn ogen opengesperd door de pillen, zijn stem aangetast door de drank brult hij de massa toe; “say no to drugs”. De grimas van een glimlach op zijn gezicht. Een licht gejoel gaat op. Hier en daar een kreet. Zwaar leunend op oude roem, oogst hij deze lauwe, bijna beleefde reactie van het door wachten geïrriteerd geraakte publiek. Twee seconden later bulderen de bassen weer door mijn lijf. Punk, geen ruimte tussen de noten, geen ruimte voor eigen invulling, overgave of overgeven. Een bombardement van geluid vervormt ondanks mijn  oordoppen de afzonderlijke klanken tot een brij. Ik sta te ver vooraan en betaal de prijs voor mijn nostalgie. Het gemiddeld 25 jaar jongere publiek lijkt er zonder oorbescherming geen last van te hebben. Na een paar nummers haken veel van de jonkies af. Wij zijn achterhaald, hij en ik. Desondanks maak ik van de ruimte gebruik en doe nog een paar stappen naar voren. Ik ben solidair met hem, met mijn geschiedenis. Na een paar nummers kijkt Johnny schuin omhoog de tent in en roept schijnbaar verbaasd; “Is this a tent? Are we the fucking freakshow?” Luider gejoel nu en ik steek mijn arm naar voren, wijs met een priemende vinger naar het podium en schreeuw; “Yes and you are the fucking monkey in this freakshow!” Het gaat verloren in een zee van geluid. Ik kijk schichtig om me heen. Gelukkig niemand kijkt me aan. Ik voel me een verrader. Ik ben zelf een “fucking monkey” en ik moet respect hebben voor deze oude silverback. Alles te verliezen en niets meer te winnen, maar hij gaat er wél staan! En ik verschuil me in het publiek, demp mijn gene met bier en voel me desondanks bekeken en kwetsbaar. Nog meer weglopers, nog meer ruimte, nog meer naar voren stappen, nog meer vervorming. Ik leun voorover in de muziek als een wandelaar in een vliegende storm. Ik laat hem niet in de steek. Dat wordt steeds moeilijker als hij bij iedere adempauze zijn keel moet smeren met whisky. Na 20 minuten begint hij zich regelmatig om te draaien. Midden in de nummers. Wat doet hij nu? Ik schuif wat tussen de mensen door om beter te kunnen kijken.  Dan zie ik het. Johnny draait zich steeds om, bukt en geeft over in een emmer die kennelijk al voor het optreden klaar gezet is. De band speelt gewoon door. Niets nieuws onder de zon voor hun. En Johnny betaald de prijs van zijn levensstijl, zonder blikken of blozen. The show must go on! Zijn muziek is er nog steeds, maar de uitvoering is alleen verdraagbaar voor dat deel van het publiek dat hem kent uit zijn glorietijd.

Ik krijg nog meer ruimte maar doe toch een stap terug. Ruimte om me heen, voor het eerst in drie dagen. Lucht om adem te halen maar geen moed om een volle teug te nemen. De lucht lijkt verschraald net als de muziek. Ik krijg het benauwd. Haal ik het einde van de show, haalt hij het einde van zijn optreden? Hij en ik, we blijven staan en worstelen ons naar het einde. De laatste klanken dreunen nog in mijn lijf als het publiek het einde van het optreden bejubeld. Onze tijd is voorbij, de tent stroomt snel leeg, het jonge publiek laat ons achter om te sterven.

“Gevonden”!” Rudi geeft me een speelse schouderduw en ik struikel een paar passen naar voren. Mijn aanval van zelfmedelijden is op slag verdwenen in de herkenning van een lotgenoot. Ik was hem kwijt geraakt onderweg naar de Grollstent, waar we samen oude herinneringen wilde herleven. Hij vindt mij nu vlak na het geweld van het optreden in deze leeglopende tent; ik vond in hem een maatje waar ik het oude festival gevoel mee wilde herbeleven. Het lawaai om ons heen lijkt te verstillen. Even zijn we bijna alleen in deze oceaan van mensen. Door mijn verwarring en tranen heen zie ik de vermoeidheid in zijn ogen. We worden oud! Even kijken we elkaar aan en vermoeden we wat er in de ander omgaat. De spanning breekt, we slaan een arm om elkaars schouders en lopen de tent uit. Mijn gevoel van zelfmedelijden verbleekt bij de diepe eenzaamheid van het besef van de steeds dichter naderende dood. Teveel emoties in een keer, maar er is geen keus, geen weg meer terug. We lopen het terrein op, de massa in, dompelen ons onder, geen pillen, dat durven we niet, dan maar drank.

1 thought on “Van oude mensen, de dingen die voorbij gaan.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *