Nooit meer ’s morgens pap en ’s avonds ijs

Uit de verte hoor ik een wekalarm af gaan. Lui reik ik naast mijn bed naar mijn mobiele telefoon. Mijn arm zwaait in het luchtledige. Geen nachtkastje? Geholpen door mijn stijve rug door een veel te harde bedbank, schiet het me te binnen. Ik ben niet thuis en dit is niet het geluid van mijn wekalarm. Boven op het zoldertje kraakt een bed. Het alarm wordt afgezet.  Onder het half gesloten rolluik schijnt een voorzichtige zonnetje. Ik heb een droge mond en een beetje hoofdpijn door de droge en te warme lucht in ons appartement. De frisse berglucht die door de openstaande schuifdeur naar binnen stroomt  heeft dat niet kunnen compenseren. Als ik me nog even omdraai voel ik de spierpijn in mijn bovenbenen. Met de warme gloed van de zon van gister op mijn gezicht, zak ik langzaam weer weg. Door krakende traptreden en voetstappen in de kamer schrik ik weer wakker. De kinderen zijn al uit bed! Ik heb nog geen melk en broodjes gehaald en de tafel is nog niet gedekt.  Ik moet snel opstaan. Broodjes en melk voor de pap van het ontbijt kopen. We hebben gister een grote rondtocht uitgezocht en gaan dus vandaag vroeg weg en komen laat terug. Laat ik dus ook vast maar het ijs voor het toetje van vanavond kopen. Als ik mijn ogen opensla staat er een volwassen man in skipak voor me. “Ik heb even een paar Zwitserse franken uit de pot gehaald en ga stokbrood, pain au chocolat en croissants kopen”.  “Oké”; mompel ik nog wat verdwaasd. Pas als hij weg is, word ik volledig wakker door de geur van koffie en het gerammel met bestek en borden. Fleurien, mijn jongste dochter, dekt de ontbijttafel. In deze inmiddels prachtige jong volwassen vrouw herken ik met liefde en weemoed nog steeds de slordige, op haar duim zuigende kleuter, die in staat was drie keer achter elkaar een beker chocolademelk om te gooien.  Op de bedbank naast mij zit mijn oudste dochter José met de pistekaart op haar schoot, de route voor vandaag te bestuderen. Fleurien opent het rolluik op het moment dat de zon net boven de “Dent du Midi” uitkomt en een weldadige warmte vult het appartement. Heerlijk, deze vakantie hoef ik niet iedereen uit bed te halen, geen neuzen of billen af te vegen, geen wanten, petten en zonnebrillen te zoeken. Ik betaal alleen mijn eigen deel van de kosten, ik kook een keer, ik doe een afwasje en een boodschapje en verder lift ik mee op de geneugten van de groep. Als Joris Jan, de patrner van Fleurien terugkomt zweef ik op de geur van versgebakken brood naar de ontbijttafel. Op de Ipod wordt passende ontbijtmuziek opgezet. Allemaal nummers en artiesten die ik niet ken. Het liedje dat ik al zo vaak op de piste heb gehoord komt voorbij en voor het eerst weet ik wie het zijn. Fleurien en haar vriend brullen samen met José het refrein mee. http://www.youtube.com/watch?v=8UVNT4wvIGY Goedemorgen, dit is wel wat anders dan de klassieke muziek die wij vroeger bij het ontbijt draaiden. Maar wel lekkerrrrrrrrrrr! Iedereen smeert zijn eigen broodje, koffie wordt ingeschonken, suiker aangereikt, eitje gebakken. Relaxed. We laten de troep staan, schieten in onze skikleren. José moet nog even een peuk roken en Fleurien, onze eeuwige sloddervos, zoekt nog naar haar handschoenen en bril, maar ik heb niet de drang hen aan te sporen of te helpen. In de lucht van mijn voorganger ontdoe ik mij van de maaltijd van gister. Ik smeer mijn gezicht in met zonnebrand en ga vast naar buiten. Beneden heeft Joris Jan de ski’s al uit het hok gehaald en buiten in het zonnetje doen we onze skischoenen aan. De dames sluiten aan en met die lompe skischoenen strompelen we een paar meter door de sneeuw omhoog. De sneeuw, hard van de nachtvorst, knispert onder onze schoenen. Op het hoogste punt doen we de ski’s onder. Mijn ski’s ratelen over de keihard bevroren piste. Ik ben nu nog de eerste die bij de lift aankomt, maar ik weet dat ik op het einde van de dag, met een paar ernstig verzuurde bovenbenen, weer de laatste zal zijn. In het begin van de dag ski ik op de ijzige pistes achter José aan en volg het spoor dat zij voor ons uitzet. José heeft haar jeugdig bravoure inmiddels gecombineerd met een prachtige techniek. Fleurien heeft haar oorspronkelijke voorzichtigheid aangevuld met de controle van een zelfverzekerde volwassen vrouw en glijdt soepel naar beneden. Joris Jan volgt ons op afstand en leert iedere dag iets nieuws. In het begin riepen we “toet, toet” als hij weer met zijn neus achter zijn ski’s aanging. Later worden de aanwijzingen subtieler en volgt hij ons op steeds kortere afstand. ’s Middags zijn mijn bovenbenen en de sneeuw pap geworden. Ik kan alleen Joris Jan nog even achter me houden maar dan moet ik eraan geloven.  Ik sluit de rij en haak af terwijl zij nog een paar laatste afdalingen maken. Een hoofdstuk uit mijn boek en een biertje verder, komen ze bezweet binnen. Nog een biertje, glaasje witte wijn,  nootje, napraten. Muziek, lezen, douchen, eten. Nieuwe kaartspelletjes, de mannen tegen de vrouwen. We claimen beide de eindoverwinning. Filmpje op de computer en nog meer lezen en praten. De tocht voor morgen wordt door José en Joris Jan uitgezet. Ik zet het wekalarm van mijn mobiele telefoon en hoef alleen mijn eigen bed op te maken.

 

Morgen geen pap voor het ontbijt en geen ijs als toetje. Lekker ‘s morgens skiën op ijs en ’s avonds op pap. Ik zou niet anders meer willen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *